Vermits het Arbitragehof in zijn arrest van 13 juli 2005 (Arbitragehof, nr. 128/2005) een deel van het Mediadecreet van 7 mei 2004 vernietigde, moet het Vlaamse Parlement zich kortelings uitspreken over alternatieven voor de vernietigde bepalingen.
In het ontwerpdecreet dat de Vlaamse Regering op 16 maart jl. neerlegde in het Vlaams Parlement stelt de zij voor om de vernietigde bepalingen opnieuw in te voeren, overeenkomstig de opmerking van het Arbitragehof.
Een deel van de opnieuw ingevoerde bepalingen hebben betrekking op de voorwaarden voor de aanleg van exploitatie van kabelnetwerken.
In het ontwerpdecreet herneemt de Vlaamse regering dan ook de regeling inzake de aanleg en exploitatie van de kabelnetten, zoals die voorzien waren in artikel 132 van het Mediadecreet. Deze bepalingen waren op hun beurt een kopie van de bepalingen van het Kabeldecreet van 1995. Op zijn beurt was het Kabeldecreet van 1995 weinig innovatief wat de graafrechten betreft. Het hernam de bepaling van de wet van 1987, die op zijn beurt geïnspireerd was door de Elektriciteitswet van 1925.
Innovatief? Weinig, zeer weinig.
Of vindt u het anno 2007 nog relevant dat de kabelnetoperatoren "op blijvende wijze steunen en ankers kunnen aanbrengen op muren en gevels die uitkomen op de openbare weg"? Wat bedoelt de Vlaamse decreetgever trouwens met "ondergrondse steunen" waarvan de eigenaar van de grond de verplaatsing kan vragen? Op basis van een letterlijke lezing van het ontwerpdecreet zou de eigenaar ten aanzien van een kabeldistributienet enkel de ondergrondse lijnen en de ondergrondse steunen (en dus niet de bovengrondse) kunnen doen verplaatsen. Daarenboven kan enkel de eigenaar de verplaatsing vragen (en niet de huurder of de houder van zakelijke rechten). Is dit verantwoord voor de Vlaamse decreetgever?
Het enkele feit dat de regels inzake graafrechten nu voorgelegd worden aan het Overlegcomité (zie post hieronder) verandert weinig aan de vaststelling dat de Vlaamse overheid nog steeds regels hanteert die ondertussen al 90 jaar oud zijn.